Zomerwarmte: een blik in het heden en het verleden
Even een passend artikel bij de warmte van vandaag. Tot nu toe kent het jaar 2017 al veel tropische dagen en we zijn nog maar halverwege. Mei kende er op veel plaatsen twee, juni twee tot vier. Onder een tropische dag verstaan we een dag met maximumtemperaturen van 30°C of meer. Komt zomerwarmte de laatste jaren vaker voor dan vroeger? NoodweerBenelux zocht het uit.
- Momenteel is het bijzonder warm en is er kans op onweer.
- Meer info op onze Facebook– en Twitterpagina.
Zomers sterk aan het opwarmen
In de klimatologie werken we met periodes van 30 jaar om iets zinnigs te kunnen zeggen over het klimaat op een bepaalde plek. Bij kleinere tijdvakken wordt de invloed van jaarlijkse afwijkingen op het totale plaatje namelijk onevenredig groot. Met de klimatologische tijdschaal van 30 jaar blijven dergelijke afwijkingen meestal binnen de perken.
Bij de afsluiting van elk decennium (dus op het einde van 2010, 2020, 2030 enzovoort) maken zowel het KMI als het KNMI hun nieuwe klimaatgegevens (van de afgelopen 30 jaar) bekend. Dit maakt het mogelijk om het klimaat van het verleden te vergelijken met het heden, bijvoorbeeld het tijdvak 1961-1990 met het tijdvak 1951-1980.
Bekijken we voor het gemak het KNMI-hoofdstation De Bilt in de gehele periode van 1910 tot 2010, dan valt meteen op dat de gemiddelde zomertemperaturen in de laatste twee klimaattermijnen (1971-2000 en 1981-2010) sterk aan het toenemen zijn. Met de gemiddelde zomertemperatuur bedoelen we de temperaturen over de maanden juni, juli en augustus bij elkaar op geteld en vervolgens gedeeld door 3. De twee warmste zomers stammen beide uit deze eeuw: 2003 (18,7°C) en 2006 (18,5°C).
Zoomen we in op de top 10 warmste zomers, dan zien we slechts één zomer van voor 1970. Dat is de zomer van 1947. Alle andere zomers vonden na 1970 plaats, waarvan zelfs 7 na 1990. Elders in de Benelux zullen de klimatologische trends in grote lijnen hetzelfde zijn. Het duidt erop dat het zomerklimaat flink aan het opwarmen is. Wat de invloed van klimaatverandering in dit verhaal is, weten we nog niet. Wel kunnen we stellen dat de luchtsoort boven onze omgeving structureel warmer lijkt te worden.
Meer tropische dagen
Een gemiddelde temperatuur zegt uiteraard nog niet veel. Immers, een hoge gemiddelde waarde kan ook tot stand komen door hoge nachttemperaturen. Daarom heeft het meer nut om naar tropische dagen (van 30,0°C of meer) te kijken. Zo wordt de warmte overdag goed in kaart gebracht.
Zetten we het aantal tropische dagen per jaar in De Bilt uit over de periode 1910-2010, dan zien we merkwaardig genoeg weinig verschil met de grafiek voor de gemiddelde temperatuur. Het aantal tropische dagen is de laatste veertig jaar met ongeveer hetzelfde percentage aan het toenemen als de gemiddelde temperatuur. Over de periode 1910-1940 was 1 tropische dag in De Bilt per jaar gebruikelijk, nu ligt dat aantal afgerond op 4.
Hittegolven
Zelfs het aantal tropische dagen zegt nog niet het hele verhaal over de totale warmteproductie, indien het slechts een kort tijdsbestek betreft. De meeteenheid hittegolf komt hier nog dichter in de buurt, omdat deze ook rekening houdt met de lengte van de warmteperiode. Onder het criterium hittegolf verstaan we 5 opeenvolgende dagen met 25,0°C of meer. Van deze vijf dagen moeten er 3 tussen zitten met een maximumtemperatuur van 30,0°C of meer.
Rekenen we met dit criterium, dan zien we opnieuw dezelfde trend. De laatste decennia is een duidelijke stijging zichtbaar in de frequentie van het aantal hittegolven. Wat wel sterker naar voren komt ten opzichte van de vorige grafieken, is de dip in de jaren ’50. Dat komt voornamelijk door het lange hittegolf-loze tijdvak tussen 1948 en 1975.
Zomerwarmte: bijzondere herinneringen
De warmte van eind juni 1947 staat bekend als de meest intense hitte die de Benelux ooit gekend heeft. Op 27 juni liep het kwik in Ukkel op naar 38,8°C, nog altijd de warmste dag op het Belgische hoofdstation ooit. In De Bilt werd het diezelfde dag 36,8°C, eveneens goed voor een warmterecord. Na het corrigeren van de meetreeksen door het KNMI is deze 1ste plaats nipt verloren gegaan aan 19 juli 2006.
Bijzonder lang duurde de zomerwarmte in zowel 1975 als 1976. In De Bilt kwam het in 1975 tot een hittegolf van 18 dagen. In 1976, het jaar erop volgend, duurde de hittegolf in zowel De Bilt als Ukkel liefst 17 dagen. Het jaar 1976 had daarnaast een zeer droge zomer. Door de aanhoudende droogte brak er op 7 juli 1976 op de Veluwe een grote bosbrand uit. Ruim 370 hectare bos brandde uiteindelijk af in het gebied rond Arnhem en Deelen.
Aan het einde van de zomer was het neerslagtekort op veel plaatsen in de Benelux opgelopen tot 300 millimeter of meer. Dit groeiseizoen staat te boek als het droogste ooit gemeten.
Juli 2006 is tot op heden de warmste zomermaand ooit gemeten met een gemiddelde temperatuur van 21,0°C op de koudste plekken en ruim 23,5°C op de warmste. Vrijwel de gehele maand lag de temperatuur overdag (ruim) boven de 25°C met veel tropische dagen. Op veel plaatsen werden twee hittegolven in één maand gemeten, ook dat is uitzonderlijk.
Conclusie
Het staat vast dat de hoeveelheid zomerwarmte aan het toenemen is. Zowel de intensiteit (aantal tropische dagen per jaar) als de lengte van warme perioden (aantal hittegolven) worden groter. Uiteraard zijn de gebruikte cijfers in dit artikel geldig voor De Bilt, maar ook andere locaties in de Benelux kennen dezelfde trend. In grote steden wordt dit opwarmende effect bovendien nog verder versterkt door het hitte-eilandeffect.
Trekken we deze trendlijn door, dan betekent dit dat we vaker te maken krijgen met tropische temperaturen en hittegolven. Onze leefpatroon in de zomermaanden zal daardoor ingrijpend veranderen. Ouderen en kinderen zullen de meeste last ondervinden van de toenemende zomerwarmte: zij zijn hier extra vatbaar voor.
Alles bij elkaar past 2017 prima in de huidige opwarmende trend.
Bronnen: