0

De jaarlijkse massabalans van een gletsjer is het verschil tussen sneeuwaccumulatie (die zorgt voor een toename van de massa van de gletsjer) en smelten van ijs (die zorgt voor een verlies aan massa) gedurende een jaar, en weerspiegelt (in de meeste gevallen) de dominante atmosferische omstandigheden die de gletsjer beïnvloeden. Wanneer deze jaarlijkse waarden gemeten en uitgezet worden over een lange periode (> 30 jaar), kunnen trends in de massabalans van gletsjers gebruikt worden als een duidelijke indicator van klimaatverandering.

Zowel wereldwijd als in heel Europa hebben gletsjers sinds het midden van de 19e eeuw een substantieel en langdurig verlies aan ijsmassa gekend. Gedurende de 20e eeuw was het verlies tijdelijk echter relatief laag met af en toe zelfs periodes van massatoename. Sinds de jaren 1990 neemt het verlies van gletsjermassa toe, en dit proces versnelt met name sinds 2000. Dit wereldwijde nettoverlies van gletsjermassa draagt ​​bij aan de stijging van de zeespiegel, en is daarom belangrijk om goed gemonitord te worden. Een nieuwe dataset, gepubliceerd op de Copernicus Climate Data Store, laat toe om het wereldwijde verlies aan gletsjermassa sinds 1975-76 in kaart te brengen. Daarbij vallen enkele duidelijke trends af te leiden. Er heerst namelijk een versneld verlies van gletsjerijs wereldwijd in de 21e eeuw.

Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s uploaden.

Metingen van de ‘massabalans’ van gletsjers

De internationaal gecoördineerde gletsjermonitoring begon al lang geleden, namelijk in 1894. Aanvankelijk lag de focus op het verzamelen van gegevens over de positie van gletsjerfronten en een nauwkeurige kartering van enkele uitgekozen gletsjers. Na het einde van de jaren 1940 veranderde de focus meer naar manuele massabalansmetingen van de gletsjer, aangevuld met onderzoek naar de veranderingen in dikte en het volume van gletsjers.

Dit werd, vooral in de tweede helft van de 20e eeuw, vaak ook met behulp van sensoren vanuit de lucht en later, vanaf de jaren 1970-1980, ook vanuit de ruimte gedaan. De metingen worden dan gecentraliseerd door de World Glacier Monitoring Service (WGMS) en ook opgeslagen in de Fluctuations of Glaciers-database (FoG).

Morteratsch gletsjer Lander
Figuur 1. Het front van de Morteratschgletsjer (Zwitserland) met prachtige herfstkleuren (Lander Van Tricht).

Wereldwijd beslaan vandaag de dag ongeveer 220.000 gletsjers – los van de Groenlandse en Antarctische ijskappen – een gebied van ongeveer 750.000 vierkante km, met een totaal ijsvolume van ongeveer 160.000 kubieke km. De metingen van de massabalans (smelt en accumulatie) van bijna alle gletsjers op de wereld worden tegenwoordig gedaan via enerzijds veldwerk door glaciologen (de ‘glaciologische massabalans’, met bijvoorbeeld ‘ablatiestakes’), of ook met behulp van satellietgegevens (in dat geval noemen we het dan de ‘geodetische massabalans’).

De massasbalans van ongeveer 500 gletsjers wordt zo wereldwijd jaarlijks gemonitord via manueel veldwerk. Zo zijn er bijvoorbeeld bepaalde WGMS-‘referentiegletsjers’ die meer dan 30 jaar aan continue glaciologische manuele massabalansmetingen hebben. Een 208.000-tal gletsjers wordt vandaag de dag daarbovenop gemonitord via satellietobservatie met vaak een multi-jaarlijkse resolutie.

Figuur 2. De gletsjers met observaties van de massabalans wereldwijd (Copernicus ECMWF).

Deze observaties worden dan, zoals eerder gezegd, verzameld door de World Glacier Monitoring Service (WGMS) en opgeslagen in de Fluctuation of Glacier-database (FoG). Ze bieden dus cruciale informatie over jaarlijkse variabiliteit en langetermijntrends van de evolutie van gletsjers.

Een nieuwe dataset die deze data verder analyseert en openbaar maakt, gepubliceerd op de Copernicus Climate Data Store, laat toe om het wereldwijde verlies aan gletsjermassa sinds 1975-76, sinds het begin van het satelliettijdperk, in kaart te brengen.

De dataset met opgetelde veranderingen van de gletsjermassa over de tijd sinds de jaren 1970, gemeten in gigaton (1 gigaton = 10^12 kilogram), maakt het daarbij mogelijk om trends in massaveranderingen van gletsjers wereldwijd te kwantificeren. We kunnen die info ook gebruiken om hun bijdrage aan de zeespiegelstijging na te gaan.

Figuur 3. Referentiegletsjers in Europa.

Verandering in globale gletsjermassa sinds 1975

Wereldwijd was de massa van gletsjers redelijk stabiel in de jaren 1970 en 80, met periodes van licht positieve en negatieve massabalansen. Het ijsverlies nam sinds ongeveer 1990 toe en de snelheid van het verlies versnelt, vooral sinds 2000. Gletsjers ervaren dus een toegenomen netto massaverlies, ook op hogere hoogten en hogere breedtegraden.

Schattingen op basis van de FoG-database laten zien dat de gemiddelde totale verandering in ijsdikte over alle waargenomen gletsjers van 1976 tot 2023 ongeveer -14 m bedraagt. Wanneer rekening wordt gehouden met het verschil in dichtheid tussen ijs en water, komt dit neer op 12 meter waterequivalent (m w.e.) over alle gletsjers op de planeet. Om te duiden: een massaverandering van -1.0 m w.e. per jaar komt overeen met een verlies aan ijsdikte van ongeveer 1.1 m per jaar en een massaverlies van 1 ton per vierkante meter gletsjeroppervlak.

Het resulterende cumulatieve ijsverlies is goed voor ongeveer 8200 gigaton (Gt) water sinds 1975-76, waarvan 8100 Gt verloren is gegaan sinds 1991 en 3600 Gt sinds 2014. Gletsjers hebben bijgedragen aan meer dan 22 mm van de wereldwijde zeespiegelstijging sinds 1976, met 44% van deze bijdrage alleen al in het afgelopen decennium.

Sinds het begin van de metingen in de jaren 1970 droegen gletsjers bij aan de zeespiegelstijging met een snelheid van ongeveer +1 mm per jaar. In 2023 was het ijsverlies van gletsjers wereldwijd gelijk aan 1.7 mm zeespiegelstijging. Dit is ongeveer 4.6 keer de hoeveelheid ijs in alle gletsjers in de Europese Alpen.

Versneld verlies van gletsjerijs

In lijn met de wereldwijde toegenomen luchttemperatuur, neemt de massa gletsjerijs dus snel af. Dit is ook in lijn met theoretische verwachtingen: bij een lineaire temperatuurstijging neemt de massa gletsjerijs versneld af met de tijd (als een kwadratische functie). De huidige sterke onbalans in massa impliceert dat gletsjers in veel regio’s zeer waarschijnlijk verder ijsverlies zullen lijden in de komende jaren en decennia, zelfs als het klimaat stabiel blijft.

Figuur 4. Totaal wereldwijd massaverlies van gletsjers sinds 1975.

Delen


Verder lezen

Alles bekijken