Reisblog en onweer in Zuid-Afrika
Liefhebbers van onweer en zware buien moeten nog even geduld hebben nu we richting winter gaan. Maar elders op de wereld is het onweersseizoen juist van start gegaan. Stormjager en blogger Paul Begijn reisde afgelopen weken door Zuid-Afrika, waar regen- en onweersbuien een einde maakten aan de droogte. Er ging bijna geen dag voorbij zonder onweer.
Een reis is voor mij niet compleet zonder een aantal fikse regen –en onweersbuien. Bij het plannen van mijn reis is het klimaat vaak een bepalende factor. Als Afrika-liefhebber plan ik mijn reis daarom nooit in het droge seizoen. Als amateurfotograaf en stormjager vormen de droge maanden weinig uitdaging voor mij. Hoewel veel reizigers juist voor dit seizoen kiezen vanwege het stabiele weer en de grotere kans om wild te zien (wild concentreert zich in droge tijden vaak rond de spaarzame waterpoelen), gaat mijn interesse uit naar het dynamische seizoen van dramatische luchten en groene landschappen.
In Afrika zijn enkele plekken waar regen- en onweersbuien het hele jaar aanhouden. Dit zijn over het algemeen de plekken rond de Evenaar, waar het landschap wordt gedomineerd door tropisch regenwoud. Wie regelmatig een blik op de satelliet van Afrika werpt zal zien dat bijna dagelijks zware buien ontstaan boven Congo. Meestal gebeurt dit tijdens het tweede deel van de dag, als de zon het woud goed heeft opgewarmd en warmte en vocht een explosieve cocktail hebben gevormd voor het ontstaan van nieuwe buien. Ook tijdens mijn vlucht over Congo kijk ik gefascineerd naar de enorme torens van cumulonimbus wolken, die met gemak tot mijn vliegtuigraampje reiken.
Op het zuidelijk halfrond van het Afrikaanse continent vormen de zomermaanden, te beginnen in november, juist de start van het regenseizoen. Landen als Zambia, Zimbabwe, Botswana, Namibië en Zuid-Afrika wachten dan met smart op de eerste regen. Maar net als in Europa is ook het klimaat in Afrika van slag. Langere perioden van extreme droogte brengen met name veel derde wereld landen nog dieper in de problemen. Oogsten gaan verloren, drinkwater wordt nog schaarser en natuurgebieden worden nog kwetsbaarder omdat steeds vaker water uit natuurgebieden wordt onttrokken. Ook in Zuid-Afrika is de regen dit seizoen laat. Half november was er op veel plekken nog geen drup gevallen.
Toch valt mij op dag 1 van mijn reis, die begint in Johannesburg, meteen de onstabiliteit in de lucht op. Met name op middelbare hoogte, waar altocumulus wolkjes in de vroege ochtend de zon deels afschermen. Op dat moment weet je al meteen dat er een indicatie is voor het ontstaan van buien. Niet voor niks worden deze wolkjes ook wel ‘onweerverklikkers’ genoemd. En niets is minder waar, want in de avond pakken donkere wolken zich samen boven boven het noordwestelijk deel van Zuid-Afrika op de grens met Botswana.
Een paar uur durende lichtshow voltrekt zich boven de droge savannes van Madikwe Game Reserve. Opvallend is dat er nauwelijks regen valt, de bui erg bliksemactief is en de bui ook vooral gepaard gaat met veel wind. Omdat mijn hut middenin de natuur staat en het niet mogelijk is om tijdens de nachtelijke uren op pad te gaan vanwege het vele wild, bekijk ik de bliksem vanuit mijn bed.
De volgende dag valt mij op dat er nauwelijks plassen staan, het was hooguit een buitje voor het stof. Toch doen veel planten zich tegoed aan het spaarzame vocht. Nieuwe knoppen en jonge blaadjes ogen weer fris en met de warmte schieten ze als paddenstoelen uit de grond.
De middelbare onstabiliteit, die zich vaak op een hoogte van zo’n 5 kilometer afspeelt, is ook een goede indicatie voor nachtelijk onweer. Meestal is er wat meer dynamiek aanwezig op grotere hoogte die de buien ook na zonsondergang in leven kan houden. Dat is anders bij de buien die vanaf de grond ontstaan, meestal in de namiddag.
Deze buien, vaak ‘single cells’ of ‘pulse storms’, profiteren optimaal van de opwarming van de grond en de enorme hoeveelheid onstabiliteit in de lucht (CAPE). Maar zodra de zon lager komt te staan en ondergaat, verdwijnt de voedingsbodem van deze buien. Alleen enige windschering op de grotere hoogte kan de buien dan nog in leven houden.
Gedurende mijn trip ontstaan op steeds meer plekken regen- en onweersbuien. Toch zijn er wel enkele voorkeursgebieden te ontdekken. Dat zijn het noordwestelijk deel van Zuid-Afrika op het grensgebied met Botswana, het noorden met het Krugerpark en de uitlopers van de Drakensbergen en de wat vlakkere regio Kwazulu Natal aan de voet van de Drakensbergen.
Opvallend is dat één van de meest onweersrijke regio’s: de Drakensbergen op de grens met Lesotho, nauwelijks met buien te maken heeft in de drie weken dat ik in Zuid-Afrika ben. Locals spreken hier van de ergste droogte in tenminste twintig jaar. Volgens hen zijn de aanhoudende noordenwinden hier de oorzaak van. Buien beperken zich tot de zuidkant van de Drakensbergen in Lesotho en kunnen het bergmassief niet oversteken.
Omdat ik tijdens mijn drieweekse reis door het noordelijk deel van Zuid-Afrika door heel wat gebied zwerf, zie ik dagelijks onweersbuien. Opvallend is de aanwezige dynamiek, vaak te koppelen aan de straalstroom. Windveren zijn hier een mooie indicatie voor. Het zorgt ervoor dat buien langer in leven kunnen blijven en dat de kans op een mooie lichtshow in de avonduren redelijk groot is.
Hoewel het in de avonduren niet verstandig is om op pad te gaan vanwege onveilige situaties, zit ik een aantal keren op plekken waar ik wel ‘veilig’ bliksemfoto’s kan schieten. De weidsheid en prachtige landschappen dragen hiertoe bij.
Het maakt mijn reis nog bijzonderder en geeft een extra dimensie. En…niet te vergeten, het geeft spanning, in de goede zin van het woord. Want zie je bij het opstaan en in het eerste licht de zogenaamde ‘onweersverklikkers’, dan weet je dat er onweer kan ontstaan in de loop van de dag. Het staren naar de lucht wint het dan soms van het wild spotten tijdens een safari. En soms met wat geluk vind je de perfecte combinatie: wild in een prachtig landschap met dramatische luchten. Ik hou ervan!