1

Afgelopen jaar 2023 was het warmste jaar ooit gemeten. Ook 2024 is op weg om een van de warmste jaren ooit te worden en er zullen er nog meer volgen in de toekomst. De klimaatopwarming zal zich alsmaar doorzetten als we de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen niet drastisch gaan terugdringen. Dat blijkt nogmaals uit een recent verschenen klimaatrapport van de Verenigde Naties (VN). Hieruit blijkt dat het niet vijf voor, maar vijf na twaalf is voor wat de toestand van ons klimaat betreft. Vorig jaar bereikten we een recordhoge uitstoot van broeikasgassen. Daarmee zijn we nog veraf van de broodnodige daling van de uitstoot. De klimaatdoelstellingen van Parijs lijken daardoor steeds minder haalbaar. Maar kunnen we het tijd nog keren of is het al te laat?

Deelnemen aan discussie? Ben je geïnteresseerd om deel te nemen als weeramateur of liefhebber van het weer aan het weerforum? Onderaan dit artikel krijg je bliksemsnel & gratis toegang tot alle reacties. Je kan ook je eigen weerfoto’s uploaden.

VN brengt nieuw klimaatrapport uit

Afgelopen week bracht het wetenschappelijk panel van de VN een nieuw klimaatrapport uit in aanloop naar de nieuwe internationale klimaattop COP29 in Baku (Azerbaijan). Het gaat om het zogeheten ‘Emissions Gap Report’, een jaarlijks rapport waarin wordt berekend in hoeverre we nog ‘on track’ zijn voor het behalen van de wereldwijde klimaatdoelstellingen. In 2015 ondertekenden heel wat landen het Parijsakkoord. Daarin werd vastgelegd dat we de wereldwijde temperatuurstijging als gevolg van de klimaatopwarming dienen te beperken tot maximaal anderhalve graad, en in het slechtste geval maximaal twee graden tegen het eind van deze eeuw.

Om dit te kunnen verwezenlijken, zijn door alle deelnemende landen van het Parijsakkoord klimaatplannen opgesteld met specifieke klimaatacties. In het ‘Emissions Gap Report’ dat jaarlijks gepubliceerd wordt, trachten wetenschappers in te schatten in hoeverre de wereldwijde klimaatinspanningen toereikend zijn om de Parijsdoelstellingen te kunnen halen. Dit doen ze door onder andere de uitstoot van broeikasgassen in kaart te brengen en deze te vergelijken met de toekomstige klimaatscenario’s. Hieruit blijkt nogmaals dat we nog lang niet op de goede weg zijn. Integendeel, want de uitstoot van broeikasgassen piekte vorig jaar naar een record, zo blijkt. En de broodnodige daling van de uitstoot van broeikasgassen laat voorlopig nog steeds op zich wachten.

De titel en illustratie op de voorpagina van het nieuwe klimaatrapport zijn alvast sprekend: ‘No more hot air please!’, waarbij gesmeekt wordt om de temperatuurstijging als gevolg van de klimaatopwarming een halt te roepen. De afbeelding van de smeltende sneeuwpop op de voorpagina verwijst dan weer naar deze temperatuurstijging en de onomkeerbare gevolgen van het smelten van ijskappen en gletsjes en de bijhorende zeespiegelstijging.

Recordhoge uitstoot van broeikasgassen in 2023

Tijdens de COVID19-pandemie daalde de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen merkelijk. Hiermee hoopte men destijds dat de toon gezet werd naar een nieuw tijdperk met minder uitstoot van broeikasgassen. Maar het tegendeel bleek waar. Na de crisis bereikte de globale uitstoot aan broeikasgassen al snel de oude niveaus van voor de crisis en recent is zelfs een stijging waarneemvaar in de snelheid waarmee de uitstoot van broeikasgassen stijgt. Vorig jaar was een stijging van 1.3% merkbaar ten opzichte van 2022. Daarmee steeg de wereldwijde uitstoot zelfs sneller dan in de decade voor de pandemie. Een alarmerende trend volgens klimaatwetenschappers.

De uitstoot van broeikasgassen steeg in bijna alle sectoren vorig jaar. Elektriciteitsopwekking is nog steeds de grootste bron van uitstoot, gevolgd door transport, landbouw en industrie. Tijdens de COVID-pandemie daalde de uitstoot van de luchtvaart pijlsnel, maar intussen zit ook nu deze uitstoot alweer boven de waarden van voor de crisis. 77 procent van de wereldwijde broeikasgasuitstoot is afkomstig van de ontwikkelde G20 landen. Zij hebben het grootste aandeel in de vervuiling. De minst ontwikkelde landen zijn slechts verantwoordelijk van zo’n 3 procent van de totale wereldwijde uitstoot aan broeikasgassen.

Percentuele verdeling van de bronnen van uitstoot (fig. ES1, UN EGR 2024)

Onvoldoende inspanningen om uitstoot te verlagen

Uit het rapport blijkt duidelijk dat de beloofde klimaatinspanningen van de G20 landen verre van voldoende zijn. Minstens voor elf van de twintig landen ligt het huidige beleid niet in lijn met de beloofde doelstellingen. Bovendien liggen de beloofde percentuele uitstootreducties van de G20 landen ver beneden de nodige reducties in uitstoot om tegemoet te komen aan de Parijsdoelstellingen. Heel wat landen hebben in hun klimaatplan opgenomen dat ze tegen 2040 of 2050 klimaatneutraal willen zijn (netto nul-uitstoot). Een voorwaarde hiervoor is dat de emissies eerst gepiekt moeten hebben alvorens ze drastisch kunnen dalen. Maar liefst voor 7 van de G20 landen moet de uitstoot van broeikasgassen nog pieken alvorens te kunnen dalen (China, India, Indonesië, Mexico, Saoedi-Arabië, Korea en Turkije). De andere G20 landen hebben reeds een dalende trend in hun uitstoot, maar deze zal de komende jaren sterk moeten toenemen door een verdere de-carbonisatie.

Uit het rapport volgt dus dat een implementering van bijkomende en meer stringente beleidsmaatregelen essentieel zullen zijn de komende jaren om de uitstoot van de verschillende landen snel terug te dringen. Op dit moment zijn de landen verre van on track om de temperatuurstijging onder 1.5°C of 2°C te houden tegen het eind van deze eeuw.

De grote emissiekloof

In het rapport wordt de absolute ’emissiekloof’ (’emission gap’) becijferd. Dit is het verschil in uitstoot van broeikasgassen op basis van het huidige beleid of wat er staat opgenomen in de klimaatdoelstellingen met de maximale uitstoot van broeikasgassen om de Parijsdoelen te kunnen halen. Tegen 2030 bedraagt de emissiekloof zo’n 14 Gigaton CO2-equivalenten voor het 2°C scenario. Voor het 1.5°C scenario is dat zo’n 22 Gigaton CO2-equivalenten. Dat is best alarmerend. De grote conclusie van het rapport is dan ook dat we op dit moment zeer ver van de Parijsdoelstellingen af liggen en dat we afstevenen op een temperatuurstijging boven 2°C tegen 2100.

Om onder 1.5°C te kunnen blijven moet de uitstoot naar beneden met 42% tegen 2030 ten opzichte van 2019. Voor het 2°C scenario is dat 28%. Op basis van de klimaatplannen die nu voorliggen halen we tegen 2030 slechts amper een reductie van 4 tot 10%… Willen we nog in lijn blijven met het akkoord van Parijs, dan zullen we vanaf 2024 jaarlijks 4-7.5% minder moeten uitstoten. Dat zal een moeilijke klus worden, zo luidt in het rapport.

De emissiekloof is groot (fig. ES3, UN EGR 2024)

Gaan we richting 3°C opwarming tegen 2100?

Volgens de cijfers uit het rapport stevenen we af op een maximale temperatuurstijging van 3.1°C tegen 2100 als we op het zelfde elan blijven uitstoten als we nu doen. Op dit moment hebben we nog steeds te maken met een recordhoge uitstoot van broeikasgassen. Rekening houdende met de beloofde klimaatinspanningen uit de klimaatplannen kunnen we de temperatuurstijging nog beperken tot 2.6 à 2.8°C. Dat betekent dat we dus hoogstwaarschijnlijk ver boven de grens van de Parijsdoelstellingen gaan uitkomen.

Klimaatwetenschappers achten de kans op een beperking tot 1.5°C virtueel nihil op dit moment. Ook de kans dat we de grens van 2°C halen midden deze eeuw is zeer reëel (33% ongeveer). Enkel als alle partijen die klimaatneutraliteit beloven dit ook zullen waarmaken kunnen we de opwarming nog beperkten tot 1.9°C. Het beeld dat in dit klimaatrapport wordt geschetst is dus vrij somber en nog pessimistischer dan wat in het laatste IPCC-rapport werd becijferd. Het is duidelijk dat de komende jaren drastische bijkomende inspanningen zullen nodig zijn om de opwarming verder een halt toe te roepen. Dat is dan ook de voornaamste conclusie van het rapport.

Delen


Verder lezen

Alles bekijken