Noodtoestand in Noord-Italië door extreme droogte
Op maandag 4 juli is in vijf regio’s van Noord-Italië de noodtoestand afgekondigd wegens extreme droogte die al aanhoudt sinds juni. En niets wijst erop dat er snel iets zal veranderen. De Povlakte, gekend als de broodmand van Italië, is het zwaarst getroffen. En daar wordt nu net 30% van al het voedsel in Italië verbouwd.
De noodtoestand laat toe middelen in te zetten om de schade te beperken en steun te geven in de getroffen gebieden. In sommige gemeentes in Noord-Italië wordt drinkwater in vrachtwagens geleverd, en in 125 gemeentes is het gebruik van kraantjeswater gerantsoeneerd. Fontijnen in Milaan zijn uitgezet en burgers mogen hun auto niet wassen. Ook tuinen mogen niet besproeid worden en kappers mogen het haar van hun klanten maar één keer spoelen. Dat zijn slechts enkele van de maatregelen die getroffen zijn.
Uitzonderlijke situatie
Er waren al droogtes geweest in de Povlakte, namelijk in 2007, 2012 en 2017, en ook vroeger, sinds de jaren zeventig. Maar deze zomer is de situatie uitzonderlijk. Boeren zijn in paniek. Het is de ergste droogte in 70 jaar. De combinatie van zowel het uitblijven van regen én de extreem hoge temperaturen zorgen voor een ongekende watercrisis.
De laatste tien jaar bemerkten inwoners ook deze verandering in neerslagpatronen: Normaal regende het gedurende tien maanden per jaar, maar nu regent het een paar keer heel hard, en dan wordt de rivier een gevaarlijke wildwaterbaan. Daarna wordt ze terug een zielig stroompje.
Slagader van Noord-Italië
De economie van Noord-Italië is voor een groot deel afhankelijk van de Po-rivier, letterlijk de slagader van de streek. Ze irrigeert een enorm areaal aan akkers, waar o.a. rijst (risotto), tarwe, tomaten en watermeloenen worden verbouwd, en ook vee wordt gehouden. Grote handelssteden zoals Milaan, Turijn, Piacenza, Parma en Brescia, en hun industriegebieden, zijn met elkaar verbonden door de Po. Die regio heeft het water van de rivier en haar zijtakken uit de Alpen hard nodig, niet alleen voor het drinkwater, maar voor de handel en transport (scheepsvaart), energie van hydro-elektrische dammen, en verschillende andere takken van de industrie.
Het waterpeil van de Po is zodanig gezakt dat oude scheepwrakken uit de Tweede Wereldoorlog boven het water komen te liggen. Op sommige plaatsen kan je door de rivier waden. De rivier is bijna niet meer bevaarbaar. En zout water trekt landinwaarts van aan de monding in de Adriatische Zee.
We bekijken even waarom de speciale ligging en geografie van de Povlakte belangrijk is om deze noodtoestand te begrijpen.
Megalopolis
De Povlakte is een enorme vlakte tussen de Alpen en de Apennijnen, de ruggengraat van Italië. Het klimaat is er van oudsher subtropisch (veel regen, mist in de winter, broeierig in de zomer). De Povlakte zelf is gevormd door geologische krachten en is door de duizenden jaren heen gevuld met rivierslib, aangevoerd door de vele riviertjes uit de bergen.
Door al die ‘verse’ sedimentafzettingen heeft de Povlakte zeer vruchtbare bodems die af en toe door de Po overstroomd worden. Een laagje nieuw sediment verrijkt dan de bodem, net zoals de Nijl in Egypte. Dankzij die bodems en het gunstige klimaat, leent het zich uitstekend voor de landbouw. Daardoor kon de Povlakte uitgroeien tot een zeer belangrijk en drukbevolkt gebied, met grote, rijke steden, vandaag bijna een megalopolis.
Helaas is het daarom ook het meest vervuilde gebied van Europa. Het is onder andere berucht om de hoge stikstofdioxide-uitstoot en zeer hoog aantal sterfgevallen ten gevolge van de slechte luchtkwaliteit.
Geen sneeuw op de Alpen
Het stroombekken van de Po-rivier, die 650 km lang is, omvat ook de zuidelijk flanken van de Alpen. Een groot deel van het water dat via de Po naar de Adriatische Golf stroomt, is smeltwater van sneeuw op de bergtoppen. Net omdat zowel de natuur als de landbouw en industrie zo afhankelijk zijn van dit rivierbekken – dat op haar beurt die constante toevoer van water nodig heeft – is de Povlakte zeer gevoelig voor grillig weer en totaal niet bestand tegen klimaatverandering.
Deze winter was er al extreem weinig neerslag, en door steeds minder sneeuw op de Alpen, stroomt er minder smeltwater naar beneden. De situatie is alarmerend, hoewel klimaatwetenschappers al jaren waarschuwen dat extreme weerfenomenen steeds frequenter zullen worden. De smeltende gletsjers hebben deze zomer ook al voor genoeg leed gezorgd, verschillende bergklimmers kwamen om het leven door het afbreken van een stuk van de Marmolada gletsjer.
“We wisten het al in januari”
De huidige situatie was voor oplettende mensen totaal geen verrassing. Michele Pairotto, burgemeester van Tronzano Vercellese (zoals te lezen in de Guardian, zie bron onderaan), wist al in januari al dat er een moeilijke zomer ging komen. De sneeuwreserves in zijn buurt zijn volledig uitgeput. In de regio Piemonte bijvoorbeeld wordt het sneeuwniveau op een hoogte van 3000 meter gemeten, daar ligt in normale jaren begin zomer nog 2 meter sneeuw, maar sinds eind juni dit jaar ligt er niets meer, en stonden de bloemen al in bloei, veel te vroeg.
Premier Draghi beaamt dat klimaatverandering de boosdoener is bij zowel de gletsjer als de extreme droogte in het land. Of dat tot echte klimaatactie zal leiden moet zich nog uitwijzen.
Bron: The Guardian, ‘We worry about it disappearing’: alarm grows over Italy’s drought-hit Po River.