Neerslagtekort: weggewerkt of niet?
Begin november 2018 schreven we dat er heel wat nodig zou moeten zijn om het neerslagtekort dat zich in 2018 opgebouwd had, te kunnen wegwerken. Wat is de actuele stand van zaken? Hoeveel ‘nodige’ neerslag is er al gevallen? Is er nog steeds sprake van een tekort, of heeft er zich een overschot opgebouwd? En hoe zit het met de grondwaterstanden?
Natte winter herstelt toplaag
We stellen dat de winter 2018/2019 natter dan normaal is verlopen. In een gemiddelde winter valt er circa 200 millimeter in drie maanden tijd, maar nu zitten we daar op veel plaatsen al boven. Vooral december was een natte maand met op veel plaatsen meer dan 100 millimeter hemelwater. Vervolgens verliep januari iets droger dan gemiddeld, maar februari was, met name in de eerste maandhelft, opnieuw behoorlijk nat.
Doordat de neerslag, zoals wel vaker in het winterseizoen, uit egale regengebieden viel in plaats van uit zware buien, kreeg ze genoeg tijd om in droge grond te trekken. Zou de neerslag in de vorm van buien zijn gevallen, dan was de schade aan de bodem waarschijnlijk veel groter geweest. Het gevolg is dat de toplaag, de bovenste 80 centimeter van de bodem, helemaal hersteld is van de afgelopen droge zomer.
Neerslagtekort of -overschot?
Dat de winter natter geweest is dan normaal, zegt echter nog niets over het neerslagtekort. Daarvoor moeten we de situatie van het vorige groeiseizoen erbij nemen. Bij het sluiten van het groeiseizoen in oktober bedroeg het landelijk gemiddelde neerslagtekort in Nederland nog 296 millimeter (KNMI, 2018). Daarmee staat het neerslagtekort van 2018 vrijwel even hoog als dat van 1976.
Nu is het probleem dat het KNMI geen overzicht bijhoudt voor de periode november tot en met maart. We zullen dus zelf de balans tussen verdamping en neerslag van dag tot dag moeten berekenen, uiteraard met de eindstand van oktober vorig jaar (296 mm) als referentie. Dit moeten we doen voor 13 specifieke KNMI-stations en daar het gemiddelde van nemen.
Voeren we deze berekeningen uit, dan zien we dat het neerslagtekort de afgelopen drieënhalve maand weliswaar flink is afgenomen, maar dat er nog steeds sprake is van een tekort van ongeveer 100 millimeter. Kortom, vanaf april 2018 gerekend, hebben we nog steeds te maken met meer verdamping dan neerslag. In deze tijd van het jaar is er normaal sprake van een overschot van 170 millimeter ten opzichte van de maand april in het voorgaande jaar. Er is dus nog een behoorlijke inhaalbeweging nodig.
Stand van het grondwater
Bovenop het neerslagtekort speelt de grondwaterstand ook nog een zeer belangrijke rol. De droogtesituatie is namelijk niet alleen afhankelijk van neerslag en verdamping, maar ook van de hoeveelheid water die via de bodem wegvloeit, dit is het grondwater.
De grondwatersituatie varieert sterk van plaats tot plaats. In de lager gelegen gebieden van de Benelux reageert deze traditioneel sterk op variaties in het weer, omdat het grondwater zich daar vlak onder het aardoppervlak bevindt. In de hoger gelegen gebieden zit het grondwater veel dieper onder de grond en is ze daardoor veel minder gevoelig voor schommelingen in het weer.
Door de vele neerslag in de stroomgebieden van de Maas en de Rijn is de situatie in het westen van België en Nederland sterk verbeterd. De grondwaterstanden zijn daar inmiddels weer toegenomen tot normale proporties. Zorgwekkender is de situatie op de hoge zandgronden in België en in het oosten van Nederland. Daar is nog steeds sprake van een flink tekort ten opzichte van normaal. Dit is goed te zien op de grondwaterkaart van de provincie Noord-Brabant.
Er zijn daar veel rode stippen te zien, die duiden op een groot tekort. Om die tekorten aan te vullen, is nog zeker 200 millimeter regenwater nodig. Het is maar zeer de vraag of die hoeveelheid nog vóór de start van het groeiseizoen (begin april) gaat vallen. Het helpt daarbij ook niet mee dat de tweede helft van februari opnieuw zeer zonnig, droog en zacht verloopt.
Grondwaterstand blijft laag
Door de natte winter is de toplaag op veel plaatsen in de Benelux weer hersteld van de afgelopen droge zomer. Dit betekent echter niet dat de gehele droogte is opgelost. Er is nog steeds sprake van een neerslagtekort ten opzichte van april 2018. Daarnaast zijn de grondwaterstanden in de hoger gelegen (zand)gebieden, nog altijd veel lager dan normaal. In de lager gelegen (veen- en klei-) gebieden is de situatie wel weer genormaliseerd, vooral door de vele neerslag in de stroomgebieden van de Maas en de Rijn.
Komende week zal er nog geen aanvulling van het neerslagtekort plaatsvinden. Het is bijzonder zacht voor de tijd van het jaar en de zon schijnt volop. Pas begin maart zijn er wat signalen dat we te maken zouden kunnen krijgen met een wisselvalliger weertype. Het is echter nog te ver in de verwachtingstermijn om dat met zekerheid te kunnen zeggen.