0

Inmiddels zit de eerste helft van de meteorologische zomer, die van 1 juni tot en met 31 augustus loopt, er alweer op. Voor het eerst in meer dan 10 jaar verliep de eerste zomerhelft een beetje koeler in vergelijking met de klimaatnormaal (nu 1991-2020). Ook verliep deze (opnieuw) natter dan gebruikelijk. Geen pretje voor vakantiegangers in eigen land, maar wij zijn zeker niet de enige die in de zomer te maken krijgen met regelmatige regenval. In sommige regio’s is dit vaak nog veel extremer. Dit stuk werd gebracht door Stan Kooremans.

Zomerse stortregens elders op aarde

Neem nu bijvoorbeeld Seoel, de hoofdstad van Zuid-Korea, gelegen op het Koreaanse schiereiland aan de oostelijke zijde van Azië, ’s werelds grootste continent. Een snel kijkje naar de meerdaagse weersverwachting voor deze metropool leverde onderstaande verwachting op:

Bekijk de weersverwachting voor Seoel op onze site

Regen, regen, en nog eens regen. Woensdag 17 juli werd 29 millimeter (mm) verwacht, terwijl donderdag de 18de juli het nog bonter maakt met maar liefst 86 millimeter, wat overeenkomt met en wat lokaal zelfs meer is dan de totale hoeveelheid neerslag die we bij ons over de gehele maand juli normaal mogen verwachten! Ook na donderdag houdt het niet op, met opnieuw neerslaghoeveelheden van ruim boven de 10 tot zelfs 40 millimeter.

Aziatische zomermoesson

Deze gigantische neerslagdump in deze stad is geen toeval en is onderdeel van een jaarlijks terugkerend fenomeen in een groot deel van het zuiden en oosten van Azië, wat ook wel bekend staat als de Aziatische zomermoesson. Deze doet zich voor gedurende het zomerhalfjaar van het noordelijk halfrond (van pakweg april tot ongeveer oktober). Afhankelijk van waar ze zich precies bevinden qua breedte- en lengtegraad, ondervinden de verschillende regio’s op verschillende momenten pieken in neerslag.

In grote lijnen ontstaat dit moessonsysteem wanneer de zomer geleidelijk zijn intrede doet, als gevolg van een sterk opwarmend Aziatisch continent door een sterk toenemende hoeveelheid zonne-instraling. Dit keert de algemene temperatuurgradiënt in deze regio om, namelijk van een relatief koud continent in het noorden en een relatief warmere oceaan in het zuiden naar een relatief warm continent in het noorden en een relatief koelere oceaan in het zuiden.

Dit keert ook de luchtdrukgradiënt om, met lagere luchtdruk boven Azië. Als gevolg daarvan draait de wind op zeer grote schaal naar zuidelijke richtingen, waardoor vochtige en warme oceaanlucht van de grote oceanen rond de evenaar ten zuiden van Azië noordwaarts richting het continent worden getransporteerd.

Deze vochtige luchtmassa’s, die op zichzelf al behoorlijk wat neerslag kunnen produceren, botsen ook nog eens op de aanwezige continentale luchtmassa’s in het noorden. Dit gecombineerd leidt tot de grote hoeveelheden neerslag in dit deel van de wereld.

Meerdere lagen van de zomermoesson

Sinds het onderzoek naar de Aziatische zomermoesson echt in gang schoot vanaf de jaren 1960, werd de complexiteit van het fenomeen steeds beter zichtbaar. Zo bleek de Aziatische zomermoesson in feite uit drie moessons te bestaan, namelijk de Zuid-Aziatische, de Oost-Aziatische en de westelijke Noordelijke Stille Oceaan moessons.

Een overzicht van de drie types van de Aziatische zomermoesson. De ISM (Engels: Indian Summer Monsoon) is de Zuid-Aziatische zomermoesson en is aangeduid met een donkerblauw vierkant. De WNPSM (Engels: Western North-Pacific Summer Monsoon) is de westelijke Noordelijk Stille Oceaan moesson en is aangeduid met een lichtblauw vierkant. De EASM (Engels: East-Asian Summer Monsoon) is de Oost-Aziatische moesson en is aangeduid met een roze vierkant. Ook zijn de namen van enkele landen toegevoegd aan de kaart voor de oriëntatie, om te laten zien waar deze landen ongeveer liggen. Verder geven de kleuren de klimatologische gemiddelden voor de neerslag (voor Juni-Juli-Augustus) weer, terwijl de pijlen de winden aangeven op 925 hPa (wat zich net boven ons leefniveau bevindt).

De Zuid-Aziatische moesson, die bijvoorbeeld India en Bangladesh aandoet, komt noordelijk tot 25° noorderbreedte. Deze moessonvariant komt tot stand door onder andere het ontstaan van troposferische warmtebronnen rond het Himalaya hoogplateau.

De westelijke Noordelijke Stille Oceaan moesson reikt wat minder noordelijk dan de Zuid-Aziatische moesson en ontstaat onder andere als gevolg van interacties tussen de oceaan en de atmosfeer. Dit type is belangrijk voor de regio van de Filipijnen en wat verder oost- (en west-) waarts.

Terwijl de vorige twee moessons voornamelijk ontstaan door het noordwaarts verschuiven van de intertropische convergentiezone (ITCZ), is bij het Oost-Aziatische type naast een noordwaarts verplaatsende ITCZ ook nog een ander seizoensgebonden regenzone van belang, die nog verder noordelijk gelegen kan liggen. Als gevolg daarvan reikt de Oost-Aziatische moesson tot maar liefst 40° noorderbreedte, wat heel noordelijk is voor een moesson. Deze variant doet regio’s als Oost-China, Japan en het Koreaanse schiereiland aan.

Daarnaast werd ook duidelijk dat deze zomermoessons variëren in hun intensiteit, verloop en locatie van jaar tot jaar en zelfs binnen één seizoen, en dat dit beïnvloed wordt door onder andere de oppervlakte temperaturen van de Indische en Stille Oceaan, troposferische cycli en zelfs interacties met land. Ook lijken de Oost-Aziatische en Zuid-Aziatische moessons soms een connectie te hebben met elkaar via het voorkomen van El Niño’s of La Niña’s, de oppervlaktetemperaturen van de Indische Oceaan tot zelfs de Euraziatische sneeuwbedekking.

Complexiteit weersverwachting

Uit het voorgaande zal wel duidelijk geworden zijn wat voor complexiteit er schuilgaat achter de Aziatische zomermoesson. Het zal daarom ook niet verbazingwekkend zijn dat nog veel onduidelijk is, en dus dat hier nog altijd veel onderzoek naar wordt gedaan en ook gedaan moet worden. Er is zelfs nog altijd wat onenigheid over de definities aangaande wat een moesson eigenlijk is en vanaf wanneer deze begint.

De grilligheid van dit gigantische weersysteem heeft een impact op pakweg 60% van de wereldbevolking, waardoor meer inzicht in en meer accurate verwachtingen voor deze moessons altijd een goede zaak zijn.

Referentie naar onderzoek

Yihui DING, The Variability of the Asian Summer Monsoon, Journal of the Meteorological Society of Japan. Ser. II, 2007, Volume 85B, Pages 21-54, Released on J-STAGE October 26, 2007, Online ISSN 2186-9057, Print ISSN 0026-1165, https://doi.org/10.2151/jmsj.85B.21, https://www.jstage.jst.go.jp/article/jmsj/85B/0/85B_0_21/_article/-char/en

Ha, KJ., Seo, YW., Lee, JY. et al. Linkages between the South and East Asian summer monsoons: a review and revisit. Clim Dyn51, 4207–4227 (2018). https://doi.org/10.1007/s00382-017-3773-z

Delen


Verder lezen

Alles bekijken